Boomer.

Ik ben een boomer.

Nu krijg ik wel meer etiketten opgeplakt door mijn puberende zonen maar deze kende ik nog niet.
Meestal gaan die labels gepaard met zuchten en rollende ogen. En ook bij deze wordt er geen uitzondering gemaakt.

Meteen begin ik een les af te steken over het feit dat ik een pak jonger ben dan de babyboomers van na de 2e Wereldoorlog maar wat blijkt: daar hadden ze zelfs nog nooit van gehoord.

Een boomer blijkt iemand te zijn die vindt dat het vroeger altijd beter en leuker was en continu kritiek heeft op de jeugd van tegenwoordig. Iemand die totaal niet mee is met de dag van vandaag en in het verleden leeft. Of ook: een zaag. Echt, ik?

Ik denk aan mijn ouders. En ja, toen ik klein was leken zij ook in een andere tijdperk te zijn opgegroeid. Met een achtergrondkader dat mij totaal vreemd is.

Mijn vader was zuinig over zijn jeugd, die was dan ook overschaduwd door veel leed en verdriet. Geen materiaal voor tijdens het avondeten.

Maar de verhalen van mijn moeder over haar jeugdjaren net na de oorlog staan me levendig bij al zullen die zeker zijn bijgekleurd door mijn verbeelding die toen al sterk ontwikkeld was.

Zo was er het meisje in mama’s klas dat op haar rug allemaal littekens in de vorm van bakstenen had waar de hele klas naar staarde tijdens de zwemles. Haar zes grote broers en zussen hadden het leven gelaten omdat zij, na zoveel slapeloze nachten door het constante bomalarm, de fut niet meer hadden om naar de kelder te lopen. En net toen viel er wel een bom op hun huis. Het meisje zat met haar ouders en jongere broers en zussen in de kelder, ze werden bedolven onder het puin maar overleefden het.

En als mijn moeder samen met haar broers en zussen deugenietenrij had uitgehaald, probeerden ze hun straf te ontlopen door weg te kruipen in de tunnels die de omliggende huizen verbond. Tunnels die de mensen tijdens de oorlog zelf gegraven hadden om te vluchten naar de buren als hun huis geraakt werd of de Duitsers plots aan de deur stonden.

Of ook dat ze veel honger had gehad en dat ze soms blikjes met eten, gekregen van Amerikaanse soldaten, opaten in de dakgoot van hun huis omdat niemand hen daar zou zoeken.

Als kind namen zulke verhalen mythische proporties aan en werd ik overspoeld door een mengeling van bewondering en angst. Goh wat leken mijn eigen kinderjaren saai in vergelijking, bijna een sprookje waarin alles té goed liep, ondanks de scheiding van mijn ouders.

Ik ben een beetje verbaasd door dat nieuwe etiket van mijn opgeschoten jongens. Ok, in hun gevoel is ‘het volwassendom’ nog iets dat ettelijke lichtjaren van hen verwijderd is. En een twintiger, ok die is ‘oud’ maar tenminste ‘nog cool’. Maar een veertigplusser is een dinosaurus uit een ander tijdperk. En ben ik als préhistorisch wezen dan toch in de val getrapt van de nostalgische, verbitterde boomer?

Maar het antwoord geven ze uiteindelijk zelf. Want laten we eerlijk zijn: ‘hoe kan een tijd waarin geen gsm’s en geen computers bestonden ooit leuk geweest zijn?!!!’ en bij die onwaarschijnlijke gedachte liggen ze met z’n drieën in een deuk.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.