Het prille begin van een spannend vervolgverhaal (charlie 1)

Het leven lijkt dikwijls een aaneenschakeling van toevalligheden. Keuzes die je maakt en acties die je onderneemt lijken gebaseerd op zaken ‘die je overkomen’. Deels is dat ook zo, maar toen iemand me een tijd geleden vroeg waarom we ervoor gekozen hadden om onze twee bloeiende en succesvolle horecazaken in Antwerpen te laten voor wat ze zijn en te kiezen voor een onzeker leven in één van de armste streken van Frankrijk kwam ik er niet zo snel vanaf met onze standaardzin: ‘Omdat we rust wilden, minder stress en drukte en meer tijd voor het gezin.’‘Waarom ben je dan in godsnaam ooit een horecazaak begonnen? Iedereen weet toch hoe tijdrovend en stressvol dat is?’

‘Euh…juist.’

Dus moet ik dieper graven. Waarom zijn Bert en ik ooit met die horecazaken begonnen? Ik rol de spoel van het leven af en besef hoe mooi alles in elkaar glijdt. Toeval? Integendeel, het leven krijgt zelfs de kleur van voorbestemdheid.

We schrijven het jaar 2000, ongeveer. Prille twintiger. Op den dool. Totaal geen idee wat ik moet aanvangen met mijn leven. Een studie hier, een gebroken hart daar en tussendoor reis ik helemaal alleen de wereld rond.

Ik verlies mijn hart aan Australië. Ik krijg er ook grote dromen. Ik heb contacten in Azië en wil kleding gaan produceren. Ik volg cursussen over import en export in Melbourne. In Thailand bezoek ik grote kledingproducenten in dure gebouwen alsook hele kleintjes in de achter steegjes van Bangkok, bij mensen thuis. Ik trek doorheen Azië en zeul rond met een grote tas die uitpuilt van lapjes stof, stukjes leer, knopen en ritsen en een boek vol onzekere tekeningetjes en berekeningen.

En ben zo overtuigd van mijn slaagkansen dat ik mijn bedrijfje ‘Fortuna’ doop. En alle gekheid, of beter: alle jeugdigheid op een stokje ga ik er ook nog eens van uit dat ik wel een rijke investeerder zal vinden in België dit die alles zal willen bekostigen.

Mijn teleurstelling is dan ook groot als ik tijdelijk terugkeer naar België en geen geïnteresseerden vind.

Maar ik laat mijn droomplan niet zo snel varen dus denk ik in al mijn onbezonnenheid: ‘Als ik nergens geld kan lenen, dan ga ik het maar bijeen verdienen’ en werk me kapot in de horeca. En het is een slechte baas die niet alleen gemeen is maar mij ook zwaar onderbetaalt die me overstag duwt.
‘Als ik zo hard moet werken en bijna niets kan sparen, dan kan ik beter zelf een restaurant beginnen.’
En in al mijn naïviteit denk ik: ‘Dat doe ik dan enkele jaartjes, dan vlieg ik met mijn zuurverdiende centen terug en zal van Fortuna een fortuinlijk kledingbedrijf maken.’

Maar terwijl ik voorzichtig plannen maak voor een eigen horecazaak in Antwerpen zal er iets gebeuren dat mijn leven helemaal op zijn kop zet.

(Photo’s by Davy Van Laere).

Zoals verschenen in Charlie 2014.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.

%d bloggers like this: